door Robert Daniels
Baronie ’treft’ komende zondag het Zuid-Limburgse sv Meerssen op de Blauwe Kei. Bewust gebruik ik hier een vervoeging van het werkwoord ’treffen’ en niet van ‘stuiten op’, hiermee doelend op de hoop dat het ook echt een treffen wordt en geen eenzijdige, zenuwslopende wedstrijd waarin Baronie de bal heeft, maar keer op keer ‘stuit op’ een schier ondoordringbare Limburgse muur. Waarbij negentig minuten gevreesd moet worden voor die ene bal die verkeerd valt voor de thuisploeg.
Want als je aan Meerssen denkt, denk je onmiddellijk ook aan een typisch Limburgse ploeg, die het voetballen overlaat aan de opponent. Aan fysiek voetbal, aan een taai team waarvan de verdediging moeilijk te slechten is. Aan doordacht countervoetbal. Maar gelukkig ook aan die hele prima uitoverwinning (0-2) van eerder dit seizoen op de Limburgers. Aan de andere kant, ook zijn we de laatste competitiewedstrijd in de vorige, afgebroken jaargang niet vergeten toen een oppermachtig geacht Baronie twee punten moest laten in het thuisduel (1-1) met Meerssen.
Wanneer ik aan sv Meerssen denk, denk ik ook met name aan de rijke historie die Baronie heeft met deze tegenstander. Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw, toen de hoofdklasse nog het allerhoogste amateurniveau betrof, was Meerssen jarenlang een concurrent in de titelstrijd. Vaak trok Baronie aan het einde van de rit aan het langste eind (Baronie werd hoofdklassekampioen in de jaren 1995, 1996 en 1997), maar de duels met Meerssen zijn nooit walk-overs geweest.
Ook Baronie-trainer Van Poelje verwacht weer een zware wedstrijd. “Op het niveau van de hoofdklasse zijn alle wedstrijden moeilijk”, zegt hij. “Wanneer je ook nog eens bovenaan staat, wordt iedere wedstrijd nog moeilijker, omdat tegenstanders zich meer en meer zullen gaan aanpassen en zeker in een uitwedstrijd op de Blauwe Kei tevreden zullen zijn met een punt.” Van Poelje vervolgt: “Maar goed, dat is nu eenmaal een clichématig gegeven en daar moeten wij goed mee omgaan. Wij hebben deze hele week goed getraind en het vertrouwen is daar. Nee, van enige angst is totaal geen sprake.”
En Van Poelje heeft hiermee het gelijk aan zijn zijde. Immers, noblesse oblige. Maar Baronie zal wederom messcherp moeten zijn, en niet alleen op puur voetbalgebied de overhand moeten hebben. Wanneer de strijdlust en teamgeest, zoals die thuis tegen Halsteren voor de volle honderd procent daar waren, weer aanwezig zijn, zal het ook zondag goed kunnen komen.
Maar laten we vooralsnog niet praten over een aanstaand kampioenschap. We zijn pas halverwege de competitie en iedere volgende wedstrijd moet gezien worden als een finale. We hebben ook gezien dat we tegen ‘beter voetballende’ tegenstanders (OJC, Halsteren) weliswaar wonnen, maar in die duels in fasen weggespeeld zijn en ook enig geluk aan onze kont hadden hangen. Daarbij is Van Poelje stellig in zijn mening dat niet die topwedstrijden beslissend zullen zijn, maar juist de duels met minder aansprekende ploegen. Het verloren uitduel met AWC (1-0) mag in deze nog steeds als waarschuwing dienen. Kortom, niets is nog ook maar enigszins zeker. Waar we wel op mogen rekenen is constante strijd en meedogenloosheid van onze jongens en wat dat betreft lijkt het goed te zitten.
De laatste duels moest Van Poelje het doen zonder de aan enkels tamelijk zwaar gekwetste Bram Umar en Aart Veldhof. Genoemde sterkhouders zijn op de weg terug en de hoop is daar dat zij voor Meerssen wedstrijdfit zullen zijn. Umar en Veldhof daargelaten kan Baronie beschikken over een fitte selectie.
De wedstrijd op de Blauwe Kei vangt komende zondag aan om 14.00 uur.